Algemeen

Structuur en organisatie

Het topsportbeleid van de federatie werd opgesteld volgens de krijtlijnen van het Vlaams topsportdecreet (HIER).

Het beleidsplan kan u (HIER) nalezen.

De federatie maakten in 2022 een grondige analyse van haar topsportwerking en zal komende Olympiade de werking optimaliseren.

1. Doorstroomlijnen creëren

Vanuit breedtesport willen we zoveel mogelijk mensen aan het schaatsen krijgen. Hiervoor worden initiatieven georganiseerd door de federatie en de clubs. Vanuit deze clubwerking en projecten groepen sporters door naar een sportniveau dat het clubniveau overstijgt. Hier probeert de VLSU al dan niet is samenwerking met de nationale koepel, extra trainingsmomenten te voorzien. (=developmenttrainingen).

Dit is het niveau van sporters waaruit we talent zullen identificeren. Deze talenten wil de federatie graag mee helpen ontwikkelen naar hun beste niveau. Zodat ze later kunnen aansluiten bij een prestatieprogramma.

2. Samenwerking tussen verschillende beleidsplannen en programma's opzetten.

De federatie wil met het topsportbeleid werken in het verlengde van breedtesport. Zodat er een uniforme visie is tussen breedtesport en topsport. Hierbij gaat de federatie opzoek naar efficiëntie winsten. Door meer centraal te werken met kunnen meerdere faciliteiten geboden worden aan verschillende sporters ongeacht de discipline waarin ze actief zijn. Alle geboden programma's worden hierdoor beter op elkaar afgestemd.

3. Centraal vs. decentraal werken

Als federatie erkennen wij de eigenheid van de verschillende disciplines. Voor shorttrack is er de mogelijkheid om heel centraal te gaan werken. 1 trainer voor een groep schaatsers op 1 specifieke plaats. Dit is in mindere maten mogelijk bij het kunstschaatsen. Maar er zijn gelijkenissen in ondersteuning die wij kunnen centraliseren en faciliteren voor lopende programma's.

4. Trainingsomkadering professionaliseren

De VLSU gaat opzoek naar de juiste expertise. De juiste persoon op de juiste plaats met dezelfde visie die de federatie voor ogen houdt. Wij willen in de toekomst meer investeren in een goede stabiele omkadering voor meerdere sporters. 

Voor trainers geld dat zij de over de juiste diploma's en competenties moeten beschikken om ontwikkelingsprogramma's en prestatieprogramma's te begeleiden. Experten zullen afgetoest worden met hun kennis en eerdere ervaringen. 

5. Doelstelling op korte termijn, middellange termijn als lange termijn opstellen

In het verleden werkten de federatie niet naar doelstellingen binnen zijn eigen topsportbeleid, enkel naar de opgelegde doelstelling vanuit Sport Vlaanderen en het BOIC.

Vanaf 2023 zijn er algemene doelstellingen die de federatie wenst te bereiken op korte termijn, middellange als lange termijn. Daarnaast zijn er doelstellingen gespecifieerd per discipline. 

Het topsportbeleidsplan is een realisatie van de topsportcommissie en de topsportdirecteur. Dit is een proces waar de komende 4 jaar intensief gebouwd zal worden