15/03/2022

Gezinssport Vlaanderen over Aanspreekpunt Integriteit

"ONZE EERSTE TAAK IS LUISTEREN"

Grensoverschrijdend gedrag in de sport is een heet – wat zeggen we, een vuurheet – hangijzer. Niet alleen topsporters, maar ook recreanten kunnen hiermee te maken krijgen. Sinds 1 januari 2021 heeft elke federatie – en dus ook Gezinssport Vlaanderen – een aanspreekpersoon integriteit, kortweg API. Wat voor de federaties die erkend zijn door Sport Vlaanderen verplicht is, is voor sportclubs alsnog een vrijwillige keuze. “Noem ons vooral niet politieagenten.”

De cijfers spreken boekdelen. Gewezen zwemster, criminologe en onderzoekster Tine Vertommen tekende eind 2021 een weinig fraai beeld van grensoverschrijdend gedrag in de sport. Van de 1472 Vlaamse sporters tussen de 18 en 30 jaar die ze bevraagde in een Europese studie, kreeg 32 procent te maken met verwaarlozing, 58 procent met psychisch grensoverschrijdend gedrag, 51 procent met fysiek grensoverschrijdend gedrag, 31 procent met non-contact seksueel grensoverschrijdend gedrag en 20 procent met contact seksueel grensoverschrijdend gedrag. (Zie ook kader.)

Het goede nieuws: de sportwereld blijft niet bij de pakken zitten. Zo helpt het Centrum Ethiek in de Sport (ICES) sportclubs bij het voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag. Positiever verwoord: ICES helpt clubs bij het voeren van een integriteitsbeleid. Daarvoor ontwikkelen ze specifieke tools, zoals onder meer het pas verschenen doe-boek waarmee clubs aan de slag kunnen gaan om pestgedrag bij 10- tot 12-jarigen aan te pakken.

ICES organiseert ook de tweedaagse opleiding tot federatie-API (aanspreekpersoon integriteit), waarbij naast communicatievaardigheden ook een methodiek wordt aangeleerd om grensoverschrijdend gedrag goed in te schatten. Opleidingen tot club-API blijven beperkt tot twee sessies van telkens 3 uur. Federatie-API’s kunnen ook terecht bij het Centrum bij vragen of incidenten rond grensoverschrijdend gedrag.

Ook HUP! draagt integriteit een bijzonder warm hart toe, en sprak over grensoverschrijdend gedrag in de sport met Jaak De Vuyst (club-API bij Smash Herzele) en Simon De Clercq (beleidsmedewerker bij ICES).

 

Wijzen de schrijnende cijfers over grensoverschrijdend gedrag op een fenomeen dat meer in de sport voorkomt dan pakweg in de toneelwereld? Of speelt sport een voortrekkersrol en pionieren jullie met acties om ongewenst gedrag een halt toe te roepen?

Simon De Clercq: “De sport loopt hoe dan ook in de kijker sinds 2018. Toen kwamen heel wat (top)sporters met hun getuigenis naar buiten. Dankzij besefte iedereen: we moeten in actie komen. In die zin pionieren we, ja.”

Jaak De Vuyst: “En die initiatieven krijgen navolging. Opvallend dat je het hebt over toneel. Zelf ben ik behalve voorzitter en API van badmintonclub Smash Herzele ook voorzitter van een toneelgroep – en ook daar hebben we een API aangesteld. In toneel zijn er net als in de sport behoorlijk wat risicofactoren: mensen moeten zich omkleden, er zijn soms intieme scenes…”

 

Je bent zowel voorzitter als API van je sportclub? Waarom ben je dat engagement aangegaan, Jaak?

Jaak: “Ook als de titel API niet had bestaan, zou ik die rol opgenomen hebben. Het is een thema dat velen na aan het hart gaat. Je zou kunnen zeggen dat de API van de sport de #metoo van de maatschappij is – en terecht. Onze spelers en de ouders van onze spelers verwachten met recht en reden dat onze club zich daarvoor engageert. Dat we de juiste waarden en normen uitdragen in alles wat we doen. Vanuit mijn dubbele rol (API én voorzitter) zou ik theoretisch gezien gevoelig kunnen zijn aan machtsmisbruik. Om die reden, maar ook om ervoor te zorgen dat vrouwen bij een vrouw terechtkunnen is er in onze club een tweede API: Gabi Van Liedekerke.”

Simon: “Twee API’s is ideaal, en zeker in het geval van Jaak, want eigenlijk zijn we er geen voorstander van dat een voorzitter tegelijkertijd de aanspreekpersoon integriteit is. Want stel dat je als voorzitter een melding krijgt van een coach of trainer die ook een goede vriend is, dan zou je dat onder tafel kunnen schuiven. In alle geval zou het je in een extra lastige positie brengen. Met twee API’s verminderen zulke en andere risico’s.”

 

Is grensoverschrijdend gedrag soms ook het gevolg van onwetendheid? Omdat we nu andere normen hanteren dan in het verleden of er gevoeliger voor zijn?

Simon: “Of we gevoeliger zijn… Het is wel zeker zo dat de getuigenissen van topsporters veel in gang hebben gezet. Dankzij hen is ook voor recreatieve sporters de drempel verlaagd om met hun verhaal naar buiten te komen. Vandaar ook het belang van de API, bij wie ze daarvoor terechtkunnen.”

Jaak: “De meeste meldingen zijn relatief kleine zaken, die met een gesprek geremedieerd kunnen worden. Maar goed ook, natuurlijk. Begrijp me niet verkeerd: kleine zaken zijn geen onbelangrijke zaken. Integendeel, het is belangrijk dat je leden beseffen dat je op alles let.”

 

Heeft een API een formele bevoegdheid? Ben je een soort politieagent?

Simon: “Een API heeft geen formele rol en het is allerminst de bedoeling om agent te spelen. Integendeel, de belangrijkste taak van een API is luisteren. Het is belangrijk dat een sporter weet dat er iemand is bij wie zij of hij terechtkan, en die zal luisteren. Een API moet trouwens ook niet per se zelf advies geven – dat kan, maar moet niet. Een API neemt niet de rol op van psycholoog of hulpverlener. Indien nodig schakelt de club-API uiteraard wel door naar de federatie-API. Het is een soort eerstelijnszorg, zo je wil.”

Jaak: “Lang niet alle melding leiden tot een formeel rapport. Gelukkig maar. Afhankelijk van de ernst van een incident kunnen we natuurlijk meer drastische stappen zetten, maar dat is bij ons in elk geval nog niet nodig geweest. Een API biedt een luisterend oor, zoals Simon al zei, en zoekt samen met de melder naar een oplossing. In alle transparantie. Een API neemt dus niet blindweg het voortouw maar stelt voor: ‘Dit kunnen we voor jou doen, dit zijn mogelijke volgende stappen, wil je dat of wil je dat niet?’ Het beslissingrecht ligt altijd bij de melder, wij doen als API niet aan waarheidsbevinden.”

“Mijn motto is: beter voorkomen dan genezen. Als je zorgt voor een open communicatiecultuur binnen de club, hoeft niemand bang te zijn om naar jou te komen om iets aan te kaarten. En zorg er ook voor dat iedereen weet wat kan en niet kan, alvorens het tot incidenten komt. Een klassieker is het gebruik van de gsm binnen de kleedkamer – om alle discussies te vermijden geef je best duidelijk aan dat dit niet gepast is. En als je echt moet ingrijpen, vind ik het belangrijk om te schalen: je moet niet meteen de grote hamer bovenhalen als je moet tussenkomen.”

 

Preventie speelt een niet te onderschatten rol in de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag?

Simon: “Een groot deel van onze taak bij ICES is preventie rond grensoverschrijdend gedrag, maar ook rond pesten, respect voor de scheidsrechter, rond sportouders langs de zijlijn… Daarvoor werken we nauw samen met de sportclubs: we kunnen vormingen ter plaatse organiseren, telefonisch advies geven, of informatie en ondersteunend materiaal bezorgen.

Jaak: “In onze club organiseren we elk jaar een infomoment voor de ouders waarin we het onder meer hebben over pestgedrag. Ik zorg ervoor dat de ouders weten dat het binnen de club een aandachtspunt is en dat ze altijd bij de API terechtkunnen als er vermoeden dat er gepest wordt of als ze vragen hebben.”

 

Wat moet je als ouder doen als je vermoedt dat je kind gepest wordt?

Simon: “Zeker niet meteen naar het andere kind stappen.”

Jaak: “Inderdaad. Wij raden ouders aan eerst de coach aan te spreken. En dan is het opnieuw een kwestie van schalen en natuurlijk ook afhankelijk van de ernst van het incident. In de meeste gevallen kan de coach het zelf oplossen door er meer aandacht voor te hebben. Lukt dat niet, kan hij de API aanspreken, die à la limite op zijn beurt terechtkan bij de federatie-API.”

Simon: “Wel belangrijk is om aan de ouders aan te geven dat je ermee bezig bent om te vermijden dat ze zelf zouden ingrijpen.”

Jaak: “In onze club zorgen we ervoor dat er voldoende coaches zijn. Een groep van twintig sporters heeft al snel twee coaches. De ene kan zich focussen op het sportieve, terwijl de andere bij een incident kan tussenkomen zonder de werking stil te moeten leggen.

Tekst: Gezinssport Vlaanderen

 

Marij en Gerda, onze federatie-API’s

Vragen of klachten over grensoverschrijdend gedrag? Aarzel niet en neem contact op met je club-API. Is die er niet? Dan kan je steeds terecht bij onze federatie-API’s:

 

Wat is grensoverschrijdend gedrag? Vijf vormen

Verwaarlozing

Gebrek aan medische of educatieve zorg of veilig sportmateriaal of infrastructuur.

Psychisch grensoverschrijdend gedrag

Vernederingen, overdreven negatieve kritiek over het uiterlijk, bedreigingen, verbaal geweld, onrealistisch hoge verwachtingen stellen, of genegeerd worden.

Fysiek grensoverschrijdend gedrag

Fysiek geweld, geforceerd worden om door te trainen met een blessure en fysieke straffen of fysiek schadelijke dooprituelen ondergaan.

Non-contact seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksuele opmerkingen, blikken, beeldmateriaal tot gedwongen uitkleden of gedwongen toekijken terwijl anderen zich uitkleden.

Contact seksueel grensoverschrijdend gedrag

Ongewenst gekust of betast worden, aanranding en verkrachting.