Waarom moet je je schaatsen slijpen?
Na regelmatig gebruik van je schaatsen worden de ijzers bot. Scherpe messen zorgen ervoor dat je goed kan afzetten, dat je meer grip hebt en dat je sneller en gemakkelijker over het ijs heen kan glijden.
Hoe weet je wanneer je schaatsen bot zijn?
Je kan voelen of je messen nog scherp genoeg zijn door zachtjes met je duim schuin over de zijkant van het ijzer te voelen of het mes in je vinger grip heeft. Een andere methode is door met je nagel schuin over de zijkant van het ijzer te gaan. Komt er redelijk wat nagelvijzel af? Dan is je schaats over het algemeen scherp genoeg voor de volgende training. Komt er amper nagelvijzel af? Dan is je schaats op die plek niet meer scherp en is het tijd om je schaatsen te (laten) slijpen.
Als schaatser merk je ook dat je schaatsen bot zijn als je het gevoel hebt geen grip meer te hebben op het ijs en wegschuift. Dit kan allerlei redenen hebben: door een vuiltje op het ijs glijden of een tik tegen het mes van een medeschaatser is voldoende om een bot ijzer te krijgen. Soms heb je ook braam op je ijzer, wat een bot gevoel geeft. Braam is een randje dat je creëert tijdens het slijpen, maar kan ook voorkomen tijdens het schaatsen als je bijvoorbeeld iemand anders zijn/haar ijzer raakt. Braam voel je wanneer je over de zijkant van je mes gaat met je nagel en deze blijft haperen.
Wanneer moet je slijpen?
Hoe vaak schaatsen geslepen moeten worden, hangt natuurlijk af van het type schaatser, de soort training, maar ook de hoeveelheid trainingen en de duur ervan. Ook de kwaliteit van het ijs speelt een grote rol. Publieke beurten en kerstmarkten zorgen voor meer slijtage dan een vers geschaafde baan. Professionele kunstschaatsers slijpen hun schaatsen na twee weken. Kunstschaatsers die minder vaak op het ijs staan, kunnen hun schaatsen om de vier tot acht weken laten slijpen. Langebaanschaatsers en shorttrackers slijpen net iets vaker. Botte stukken op het mes kunnen tot valpartijen leiden wanneer zij op hoge snelheid de bocht ingaan. Langebaanschaatsers slijpen ongeveer één keer per week, afhankelijk van de ijsbaan waar ze trainen. Shorttrackers slijpen bijna na elke training, al hangt dit ook af van de kwaliteit van de ijsbaan waar ze trainen. Het komt zelfs voor dat zij van ijzers wisselen halverwege een training omdat ze niet voldoende scherp meer zijn om de training af te werken.
Hoe moet je slijpen?
Kunstschaatsers, maar ook vrijetijdschaatsers, kunnen hun schaatsen laten slijpen bij een gespecialiseerde schaatswinkel. Zij hebben speciale machines en metingen. Snelschaatsers slijpen hun ijzers zelf met een slijpstel of -tafel en slijpstenen. Hieronder kan je het stappenplan terugvinden voor snelschaatsers.
AD in samenwerking met KRSkating
Foto: Rino Vanhooren Photography